Installatie van de sproeiregelaar
Hieronder volgen een aantal stappen voor een werkend sproeisysteem.
Een of meer zonnepanelen zijn gemonteerd. Als het meerdere zonnepanelen zijn dienen ze te worden gekoppeld. Om een werkend systeem te krijgen moeten accu en zonnepaneel worden aangesloten. Voor elke aansluiting zijn er twee connectorpunten op de onderprint beschikbaar. Voor elke aansluiting geldt: - (zwart) is links en + (rood) is het rechter aansluitpunt.
Bepaal de plaats waar het kastje moet komen. Bij voorkeur op ooghoogte. Binnen of buiten, wat het beste uitkomt.Houd er rekening mee dat aan de onderzijde (evt. aan achterzijde) draden gaan lopen. De afstand tot de accu moet kleiner dan twee meter bedragen.
Maak de vier schroeven aan de voorzijde los, teken de boorgaten af (108 x 50) en schroef de behuizing vast.
Voor uw gemak mag de verbindingskabel voorzichtig worden losgetrokken.
Sluit de accukabel aan volgens de tekening, maar verbind deze nog niet met de accu.
let op: Rood is + en zwart is -. Stevig aandraaien.
Aan het zonnepaneel zitten korte aansluitdraden voorzien van MC4 connectors.
Verbind deze kabels met aansluitkabel voor zonnepaneel.
Draden van het zonnepaneel stevig vastdraaien. Rood is + en zwart is -.
Als hetzonnepaneel correct is aangesloten, gaat er een rode led branden.
Op de aansluiting 'P1' kan de master pomp of waterklep worden aangesloten.
- is links en + is rechts.
De zekering moet aangepast zijn aan het vermogen van de pomp:
De Johnson dekwaspomp van 20 liter/minuut (185W) moet een zekering hebben van 20A (=geel),
overige dekwaspompen kunnen volstaan met een zekering van 15A (=blauw),
voor dompelpompen met een laag vermogen kan een 10A zekering (rood) worden gebruikt.
Een tweede pomp of waterklep kan worden aangesloten op connector P2.
Aan de rechterkant bevinden zich de aansluitingen voor een buitenlamp en voor een vochtsensor.
Op de aansluiting 'lmp' kan een 12V ledlamp worden aangesloten. (max. 1A of 12W)
Op de aansluiting 'hum' is een weerstand aangesloten voor sproeien eens per 4 dagen.
Bij een open verbinding wordt iedere dag gesproeid (afhankelijk van seizoen, maximum temperatuur en hoeveelheid zonuren)
Op de aansluiting 'hum' kan een kabel worden aangesloten met aan de andere kant een stekker die in
de grond kan worden gestoken. Hiermee kan het systeem de grondweerstand meten, die een maat is voor de vochtigheid
van de bodem. Is de bodem nat dan wordt er niet gesproeid, bij droge grond wordt er gesproeid.
Connector weer aansluiten en accukabel vastmaken.
Als het groene lampje op het frontpaneel knippert kan de grondsensor worden getest.
Het lampje gaat aan mits de grond niet te droog is.
Als laatste kan het kastje worden dichtgeschroefd.
Een of meer zonnepanelen zijn gemonteerd. Als het meerdere zonnepanelen zijn dienen ze te worden gekoppeld. Om een werkend systeem te krijgen moeten accu en zonnepaneel worden aangesloten. Voor elke aansluiting zijn er twee connectorpunten op de onderprint beschikbaar. Voor elke aansluiting geldt: - (zwart) is links en + (rood) is het rechter aansluitpunt.
Bepaal de plaats waar het kastje moet komen. Bij voorkeur op ooghoogte. Binnen of buiten, wat het beste uitkomt.Houd er rekening mee dat aan de onderzijde (evt. aan achterzijde) draden gaan lopen. De afstand tot de accu moet kleiner dan twee meter bedragen.
Maak de vier schroeven aan de voorzijde los, teken de boorgaten af (108 x 50) en schroef de behuizing vast.
let op: Rood is + en zwart is -. Stevig aandraaien.
Als hetzonnepaneel correct is aangesloten, gaat er een rode led branden.
- is links en + is rechts.
De zekering moet aangepast zijn aan het vermogen van de pomp:
De Johnson dekwaspomp van 20 liter/minuut (185W) moet een zekering hebben van 20A (=geel),
overige dekwaspompen kunnen volstaan met een zekering van 15A (=blauw),
voor dompelpompen met een laag vermogen kan een 10A zekering (rood) worden gebruikt.
Een tweede pomp of waterklep kan worden aangesloten op connector P2.
Op de aansluiting 'lmp' kan een 12V ledlamp worden aangesloten. (max. 1A of 12W)
Op de aansluiting 'hum' is een weerstand aangesloten voor sproeien eens per 4 dagen.
Bij een open verbinding wordt iedere dag gesproeid (afhankelijk van seizoen, maximum temperatuur en hoeveelheid zonuren)
Het lampje gaat aan mits de grond niet te droog is.
Als laatste kan het kastje worden dichtgeschroefd.